De relatie met je werk, en zeker als deze niet al te goed is en je ongelukkig bent met je baan of collega’s, kan een groot effect hebben op de opvoeding en daarmee op de ontwikkeling van je kind.
Dat blijkt uit onderzoek van de Amerikaanse ontwikkelingspsycholoog Maureen Perry-Jenkins, professor Psychological and Brain Sciences aan de Universiteit van Massachusetts Amherst. De Washington Post interviewde haar naar aanleiding van haar boek “Work Matters”.
“Mensen brengen 40 uur per week door op hun werk, en deze ervaring heeft veel invloed op de geestelijke gezondheid en lichamelijke gezondheid van hun kinderen”, aldus Perry-Jenkins.
Het onderzoek toont onder meer aan dat een baan waarin een ouder gelukkig is in het eerste levensjaar van een kind, zes jaar later een correlatie heeft met betere cognitieve en sociale vaardigheden en de geestelijke gezondheid van het kind.
Het onderzoeksteam van Perry-Jenkins volgde 370 gezinnen vanaf de zwangerschap tot aan klas één.
De onderzoeksresultaten gelden zowel voor moeders als vaders. Perry-Jenkins: “De literatuur beschrijft voornamelijk moeders. Ook vaders kunnen zowel positieve als negatieve effecten hebben op de ontwikkelingsresultaten van hun kinderen door hun werk. Deze kennis is heel belangrijk, want het effect van werk op de opvoeding wordt vaak gezien als een vrouwenkwestie.”
Moeders en vaders die tijdens het eerste levensjaar van het kind een gevoel van controle en efficiëntie op hun werk ervoeren, waren meer open en meer behulpzaam. Hun kinderen hadden betere sociale vaardigheden en minder gedragsproblemen. Werknemers die geen gevoel van autonomie op het werk hadden, waren vaker teruggetrokken. Hun kinderen ontwikkelden minder goede sociale vaardigheden en vertoonden vaker gedragsproblemen.
Bron: Washington Post
Kommentarer