Jongeren zijn hard geraakt door de coronacrisis. Ze hebben onderwijs op afstand moeten volgen, een stageplek vinden was lastig en veel jongeren zijn hun bijbaan of baan kwijtgeraakt. Juist nu de maatregelen versoepeld worden en de economie aantrekt, is er extra aandacht nodig om jongeren perspectief te bieden en de jeugdwerkloosheid te beperken. Minister Koolmees (SZW) en minister Van Engelshoven (OCW) hebben met partijen in het onderwijs- en arbeidsmarktveld de gezamenlijke aanpak van jeugdwerkloosheid vastgelegd in een werkagenda voor de komende periode.
Jongeren hebben vaker dan andere leeftijdsgroepen een flexibel contract. Bovendien werken zij relatief vaak in sectoren die hard zijn getroffen door de crisis, zoals de horeca. De jeugdwerkloosheid liep daardoor tijdens de coronacrisis snel op van ruim 6% (maart 2020) tot meer dan 11% (augustus 2020). Dit percentage is gedaald tot 8,7% (mei 2021) maar nog steeds een stuk hoger dan voor de coronacrisis.
Het kabinet heeft als onderdeel van het steun- en herstelpakket vorig jaar en dit jaar in totaal bijna 150 miljoen euro uitgetrokken waarmee scholen en gemeenten leerlingen extra begeleiding kunnen bieden richting werk of een vervolgopleiding. Het gaat specifiek om jongeren zonder startkwalificatie die van het praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs komen, om leerlingen die uitvallen en om schoolverlaters uit het mbo die minder kans hebben op de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld door hun opleidingsrichting of niet-westerse migratieachtergrond. Ook kunnen werkzoekenden en met werkloosheid bedreigde jongeren geholpen worden met het extra geld voor gemeentelijke dienstverlening en de aanvullende hulp van regionale mobiliteitsteams. In diverse regio’s lopen initiatieven om deze jongeren meer ondersteuning te bieden.
Bron: ministeries SZW en OCW
Comments